Oprecht langer geworden
Langer door rechtop te staan
Te staan voor wie ik ben
Met trots
Zonder onzekerheid
‘Karakter’ schijnt dat te heten
Ik verwarde het met negatieve dingen
Vond sowieso eigenlijk alle emoties negatief naast blijdschap
Maar dat is het niet
Alles mag er zijn
Ik mag er zijn, en alle emoties die ik bij me draag
Ik mag ze delen, uitleggen
Maar ook zomaar eens verdrietig zijn
Of boos
Zonder reden
Zonder er over na te denken
Door te voelen
Met mijn hele lijf
Want emoties zitten overal
Niet alleen in je hoofd, dat denkt en denkt en denkt
Maar tot in je kleine teen
Het verschil is dat ik ze niet meer in m’n eentje draag
Door ze los te laten, te accepteren.
Wist ik veel dat ik daar mijn complete lichaam voor aan de praat moest krijgen
Zo lang ben ik mijn benen vergeten
Ze waren er wel, maar niet echt.
Ik stond wel, maar niet stevig.
Hoe meer ik me vastklampte aan de grond, verstijft, des te makkelijker was ik om te duwen met m’n knieën op slot.
Ik wist toen nog niet dat ik daarmee nog veel meer op slot zette.
Ik heb mezelf lang voor de gek gehouden door alles weg te stoppen in kleine hokjes achter slot en grendel, omdat emoties voor mij nooit echt ‘goed uitkwamen’. Ik vond ze maar in de weg zitten en dacht ze wel weg te kunnen wuiven.
Achteraf was ik vooral mezelf aan het wegwuiven.
Je gevoelens komen er toch wel uit. Daar is geen ontkomen aan.
Mijn gevoel vond zijn uitweg op een steeds hardere manier. Opgekropt en daardoor duizend keer versterkt kwam alles er in een keer uit. Ik wilde dan alles in elkaar slaan, maar niks gaf genoeg voldoening. Zo boos, zo intens kwaad op alles en niks dat ik uit mijn eigen lichaam wilde vluchten. Door mezelf pijn te doen leek ik die woede weer vrij te kunnen laten. Het was nog de enige manier om rust te vinden als ik door een overlading van emoties mezelf weer eens kwijtraakte. Verdwaald zou je kunnen zeggen. Verdwaald tussen weggestopte gevoelens die ineens allemaal een uitweg zochten.
Het maakte me verward. Ik wist niet meer wanneer ik nou welke emotie voelde en begon uiteindelijk te twijfelen wie ik eigenlijk was.
‘Was ik altijd zo geweest?’ ‘Was de vrolijke versie van mij altijd een neppe versie van mezelf geweest?’
Dankzij mama kwam ik bij Jesper terecht. Een normale psycholoog praatte ik namelijk zo omver. Dat was mijn gevaar. Ik was het zo gewend me af te passen op anderen, dat ik precies wist wat te zeggen zodat het nooit om mijn echte gevoelens zou gaan, zodat het nooit gevaarlijk werd.
Glimlachen
Praten over andere dingen
En na vijf keer ‘ging het weer goed met me’ volgens de psycholoog
Jesper was anders. Eng. Confronterend.
Die kon ik niet voor de gek houden en daardoor mezelf ook niet meer.
Man, dat inzicht zal ik nooit vergeten. Ik had zo erg iemand nodig die dwars door me heen prikte en dat deed Jesper zonder pardon.
De eerste keren zat ik zenuwachtig in de wachtkamer, wetend dat ik weer bij gevoelens zou komen waar ik eigenlijk altijd liever van wegging.
‘Flight’ wees Jesper dan aan in de cirkel van 6 emoties.
Zoals ik al eerder zei; de 6 emoties waarvan er maar eentje positief was voor mij.
Dat is nu wel anders. Ik ben zo blij dat ik kan voelen. Heerlijk. Om het kleinste dingetje kan ik al emotioneel worden met een daaropvolgend ultiem geluksgevoel.
Die heb ik pas ontdekt nadat ik de moeilijkere gevoelens ook gewoon toeliet.
Geluk kun je pas voelen als al het andere er ook mag zijn.
En vooral als jij er mag zijn van jezelf.
Ik was een lopend hoofd, zo zei Jesper.
Zolang ik de rest van mijn lichaam niet voelde, was ik eigenlijk alleen maar een hoofd. De rest was dood. Dat is toch zonde?
Moet je me nu zien.
Rechtop. Trots. En helemaal Tessa. Van top tot teen.
Dankjewel Jesper.