‘Dertig minuten bewegen per dag’. We hebben allemaal wel eens van deze beweegnorm gehoord. One-line adviezen zoals deze worden maar al te vaak gegeven door (zorg)professionals. Beweging en doel worden gekoppeld, want bewegen is tenslotte goed voor je. Ja, dat klopt! Er is echter meer. Bij deze twee voorbeelden.
Depressie
Mensen met depressieve gevoelens hebben een somber, lusteloos gevoel. Wat gebeurt er als zij gaan bewegen? Bijvoorbeeld door twee keer een half uur per week hard te lopen.
Tijdens het bewegen van de spieren wordt de werking van neurotransmitters in de hersenen gestimuleerd. Deze neurotransmitters zijn serotonine, noradrenaline en endorfine. De werking van de eerste twee komt overeen met het effect van antidepressiva (medicijnen tegen depressie). Mensen die depressief zijn, hebben lage hoeveelheden van serotonine en noradrenaline. Dit zorgt ervoor dat je slecht slaapt en angsten of sombere gevoelens hebt. Voldoende serotonine en noradrenaline zorgen voor een blij(er), gelukkiger gevoel. De endorfine zorgt voor een kalmerend effect.
Push-ups
Vrijwel iedere topsporter drukt zich met enige regelmaat op. Waarom gaat het de ene dag zo soepel dat je twee series meer dan normaal doet? En je de andere dag gedurende de eerste sessie liever je borst en hoofd op de grond laat zakken om vervolgens je ogen dicht te doen? Ondanks dat de bewegingen ongeveer gelijk zijn bij het opdrukken, kan het op verschillende dagen dus aanzienlijk anders aanvoelen. Er zijn naast beweging nog meer factoren die een relatie hebben met je gevoel. In de haptonomie en/of topsportbegeleiding kijken we naast beweging ook naar hoe je houding en je gedachten je gevoel beïnvloeden.
